Echtscheidingsconvenant

MODEL ECHTSCHEIDINGSCONVENANT
In onderstaand model worden meerdere opties gegeven met betrekking tot
verschillende zaken. Onder het model treft u wat noten aan.
In de tekst wordt naar de noten verwezen door tussen haakjes geplaatste
nummer (1), (2) etc.
Bij dit convenant heeft mij de meest voorkomende echtscheiding voor ogen
gestaan, namelijk die waarin partijen in gemeenschap van goederen gehuwd zijn,
de vrouw met de zorg van de kinderen belast is en de man alimentatieplichtig is.
Ook omwille van de leesbaarheid ben ik van deze situatie uitgegaan. Overal
waar ‘man’ staat kan derhalve ook ‘vrouw’ gelezen worden en omgekeerd.

U wordt geadviseerd onderstaand model te kopiëren. U kunt de verschenen tekst
op uw eigen computer opslaan door bovenaan uw scherm te klikken op “bestand”,
vervolgens op “opslaan als”. Zorg ervoor dat de tekst wordt opgeslagen als
tekstbestand (*.txt). Uw computer zal het document opslaan onder de
naam Convenant op een door u aan te geven plaats. Indien u niet meer weet
waar u het document heeft opgeslagen kunt u dit met een zoekactie op uw computer
terug vinden onder de naam “Convenant”.
De codes bovenaan en onderaan de tekst kunt u uiteraard weghalen.

Print een exemplaar uit zodat u een voorbeeld naast u heeft en de noten
later nog eens kunt nazien. U bent nu klaar om het model te gebruiken,
alle noten te wissen (die horen niet in het convenant), de bepalingen
die u niet nodig heeft te wissen en de andere bepalingen waar nodig aan
te vullen.

Indien u klaar bent, print u het convenant tweemaal uit. U ondertekent
en dateert het convenant en verzoekt mij het convenant aan het
echtscheidingsverzoek te hechten. U kunt het convenant opsturen of meenemen
naar kantoor.

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
De ondergetekenden:

………….., wonende te……………, hierna te noemen ‘de vrouw’,
en
………….., wonende te……………, hierna te noemen ‘de man’;
Nemen het volgende in aanmerking:

A. Partijen zijn op ……… te ……………, met elkaar gehuwd in algehele
gemeenschap van goederen (of: op huwelijkse voorwaarden, inhoudende ………);

B. Uit hun huwelijk is/zijn geboren het/de navolgende kind(eren):
……………………………., geboren te ……………………,
…………………………… , geboren te…………………….,

C. Partijen zijn beiden van oordeel dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht en
zij zijn voornemens hun huwelijk op die grond door echtscheiding te doen
ontbinden;

en bijvoorbeeld:

Partijen zijn sedert ……………feitelijk uiteen en wensen met
ingang van die datum de gevolgen van hun huwelijksgoederenregime in
hun onderlinge verhouding voorzover mogelijk ongedaan te maken;

of:

Het huwelijk van partijen is op ………… ontbonden door inschrijving van
de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand;

D. Zij hebben de gevolgen van de ontbinding van hun huwelijk geregeld voor
het geval de echtscheiding tot stand komt;

of (als na de ontbinding van het huwelijk het convenant opgemaakt wordt):

Zij hebben de gevolgen van hun echtscheiding geregeld;
Artikel 1 De procedure
1.1 Partijen zullen zich ervoor inspannen de procedure op korte termijn
aanhangig te maken door het indienen van een gemeenschappelijk
verzoek.

DE KINDEREN

Artikel 2 Gezag (noot 1)
Partijen zijn van mening dat het in het belang is van hun minderjarige
kinderen, dat zij gezamenlijk belast blijven met het gezag over hen.
De kinderen zullen bij de vrouw/man woonachtig zijn. Met betrekking tot de
verdeling van de kosten van verzorging en opvoeding hebben zij de
navolgende regelingen getroffen.

Artikel 3 Alimentatie
3.1 De man/vrouw zal met ingang van …… als bijdrage in de kosten van
verzorging en opvoeding van de kinderen aan de vrouw betalen een bedrag
van € …………per kind per maand, bij vooruitbetaling voor de eerste van
de maand te voldoen te vermeerderen met elke wettelijke kindertoelage
waarop de man aanspraak kan maken.
3.2 Deze bijdrage ten behoeve van de kinderen zal jaarlijks te beginnen
m.i.v. ……. worden verhoogd volgens de op dat moment geldende wettelijke
indexering als bedoeld in art. 1:402a BW.

Artikel 4 Omgangsregeling (noot 2)
4.1 Ervan uitgaande dat de kinderen bij de vrouw woonachtig zijn, komt
partijen de navolgende omgangsregeling met de kinderen wenselijk voor:
. Eens in de 14 dagen heeft de man het recht met de kinderen om te gaan.
Hij zal hen hiertoe op vrijdag 17.00 uur/zaterdagochtend om 9.00 uur ten
huize van de vrouw afhalen en er voor zorgen dat zij op zondagavond
uiterlijk om 16.30/19.00 uur weer thuis zijn.

.Voorts heeft de man het recht de kinderen in de grote vakantie gedurende
een aaneengesloten periode van 2 weken bij zich te hebben alsmede op
2e Kerst- en 2e Paasdag. Partijen zullen tijdig overleg plegen over de grote
vakantie, in ieder geval voor 1 april van het desbetreffende jaar.

4.2 De kosten van bovenstaande omgangsregeling komen ten laste van de man.
Hij is niet gerechtigd deze in mindering op de door hem verschuldigde
kinderalimentatie te brengen.
4.3 Afspraken inzake het verstrekken van informatie aan en raadpleging door de
vrouw van de man inzake belangrijke aangelegenheden de kinderen betreffende.
Partijen zijn hieromtrent als volgt overeengekomen:
……………………………

ALIMENTATIE VROUW

Artikel 5 Algemeen
5.1 De man zal (eventueel: gedurende……………… jaar) met ingang
van………………maandelijks bij vooruitbetaling voor de 1e van de
maand aan de vrouw voldoen een bedrag van € ………… bruto, als
bijdrage in haar levensonderhoud (eventueel: vermeerderd met een bedrag
van €…………., eenmaal per jaar te voldoen in de maand juni,
bij wijze van vakantiegeld).
5.2 Het sub 5.1 genoemde bedrag is gebaseerd (bijv.) op het bruto jaarinkomen
van de man per 1 januari 2003 ad €……. per jaar, inclusief vakantie-
toeslag en 13e maand (eventueel: en op de navolgende andere
inkomensposten……. ).
5.3 Deze alimentatie is te beginnen m.i.v. ………. onderworpen aan de
wettelijke indexering als bedoeld in art. 1:402a BW.

Artikel 6 Inkomsten vrouw
6.1 Indien de vrouw inkomsten uit arbeid en/of vermogen geniet, geldt het
navolgende:
. Eigen inkomsten tot een bedrag van (bijv.) € 1.000 bruto per maand
(exclusief evt. vakantiegeld) vormen geen grond voor vermindering van de
alimentatie;
. Eigen inkomsten, voorzover deze € 1.000 bruto per maand (exclusief evt.
vakantiegeld) te boven gaan, komen voor …………. % in mindering op
de alimentatie.
6.2 De vrouw zal de hoogte van haar eigen inkomsten aantonen door
overlegging van bewijsstukken aan de man, zoals een recente werkgevers-
verklaring c.q. jaaropgave.
6.3 Het bedrag van € 1.000 bruto per maand wordt jaarlijks verhoogd met
hetzelfde percentage als vermeld in art. 5.3.

Artikel 7 Afwijkende regeling ten aanzien van art. 1:160 BW (noot 3)
7.1 Indien de vrouw gaat samenleven met een ander als waren zij gehuwd of een
geregistreerd partnerschap aangaat, eindigt de alimentatieplicht van de man
eerst, nadat die samenleving/partnerschap …………jaar (bijvoorbeeld 1)
heeft geduurd. Gedurende deze periode is de man niet alimentatieplichtig.
7.2 Indien de samenleving/partnerschap van de vrouw binnen de genoemde
periode eindigt, wordt de man vanaf het moment van beëindiging weer
alimentatieplichtig conform het in artikel 5 bepaalde.
7.3 De wettelijke regeling van art. 1:160 BW blijft evenwel onverkort van
toepassing, indien de vrouw de samenleving/partnerschap niet vóór de
aanvang daarvan schriftelijk aan de man heeft medegedeeld (andere
voorzieningen zijn ook denkbaar).

Facultatief/Optioneel (4):

Artikel 7.4 Beding van niet-wijziging
De alimentatieregelingen, vermeld in de artikelen 5 tot en met 7 kunnen niet
bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd. Op grond van een wijziging van
omstandigheden, behoudens het bepaalde in art. 1:159 lid 3 BW.

Indien partijen afstand doen van alimentatie kan in plaats van de artikelen
5 tot 8 worden vermeld: .

Artikel X Nihilbeding
Partijen doen over en weer afstand van hun rechten op alimentatie jegens
elkaar. Dit beding kan niet bij rechterlijke uitspraak worden gewijzigd op
grond van een wijziging van omstandigheden (behoudens het bepaalde in
art. 1:159 lid 3 BW).

DE BOEDELVERDELING

Artikel 8 Omvang van de huwelijksgemeenschap en peildatum (noten 5, 6, 7 en 8)
8.1 Als peildatum voor de omvang van de gemeenschap van partijen geldt
………….. (bijv. de dag van uiteengaan van partijen); als peildatum
voor de waardering van de goederen van de gemeenschap geldt ………..
(bijv. de dag van uiteengaan van partijen of de dag van ontbinding van
het huwelijk door echtscheiding).

8.2 Voor zover partijen bekend omvat de huwelijksgemeenschap de in de
bijlage 1 opgenomen activa en passiva.

8.3 Het saldo van de gemeenschap bedraagt €……… , zodat elk van
partijen recht heeft op € ………..(de helft van het saldo).
Artikel 9 Verdeling
9.1 Aan de vrouw worden toegedeeld ………………(activa en passiva
vermelden, denk aan levensverzekeringen, pensioenrechten, belastingschulden
en teruggaven).

Totale waarde € ……….

Aan de man worden toegedeeld……………..(activa en passiva vermelden).
Totale waarde € ……….

 

9.1 Aan de vrouw worden de navolgende activa en passiva toegedeeld:
………………….
Aan de man worden alle overige activa en passiva toegedeeld (en bijv.
waaronder:……………… )

Eventueel:
9.2 Partijen zullen ervoor zorg dragen dat de verdeling uiterlijk
(bijv.) binnen 1 maand na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking
in de registers van de burgerlijke stand is gerealiseerd. Hiertoe zullen
zij meewerken aan de levering van goederen die aan de één zijn toegedeeld,
doch die zich nog onder de ander bevinden.
De partij die alsdan hiermede in gebreke is, is zonder dat enige nadere
ingebrekestelling is vereist, een direct opeisbare boete verschuldigd van
€ 50 per dag voor iedere dag dat hij in gebreke blijft, onverminderd het
recht van de andere partij de werkelijk geleden schade te vorderen.

In geval van overbedeling van een van partijen:

9.3 Door bovenstaande verdeling van de huwelijksgemeenschap wordt de
man/vrouw overbedeeld met een bedrag van €………. . De man/
vrouw verplicht zich de helft van dit bedrag aan de vrouw/man uit te betalen
binnen één maand na de ondertekening van deze overeenkomst ( of: na de
uitspraak van de echtscheidingsbeschikking of: bij de levering van de
(voormalige) echtelijke woning) (9).
Indien geen tijdige betaling plaatsvindt, is de man/vrouw een rente
verschuldigd van ….% per jaar over het openstaande bedrag.

In ieder geval:

9.4 Alle baten en lasten opgekomen na de peildatum van de omvang van de
huwelijksgemeenschap zoals genoemd in art. 8 lid 1 ……….. (Hier dient men
van dezelfde datum uit te gaan als in art. 8 lid 1. Doet men zulks niet,
dan is er geen regeling voor de baten en lasten die ontstaan in de periode
gelegen tussen de tijdstippen genoemd in art. 8 lid I en de ontbinding van
het huwelijk. Alsdan geldt de wettelijke regeling.) worden toegedeeld aan
c.q. komen voor rekening van degene die ze betreffen (noot 10).

Artikel 10 Bijzondere kosten
10.1 De man zal in afwijking van het bepaalde in art. 9 lid 4 ten
behoeve van de vrouw stipt op tijd blijven voldoen
(hier volgen een paar voorbeelden):
. alle vaste lasten en noodzakelijke onderhoudskosten van de echtelijke
woning, waaronder de hypothecaire verplichtingen, alsmede alle
verzekeringspremies die op de woning betrekking hebben;
. de kosten van de verzekeringspremies van de ziektekostenverzekering
voor het gehele gezin;
. de premie van de W.A.-verzekering voor het gehele gezin.
Bovenstaande kosten zal de man voor rekening nemen zolang het huwelijk
nog duurt, zonder dat hij deswege jegens de vrouw aanspraak kan maken
op enige verrekening. Leidt deze regeling tot belastingheffing bij de vrouw,
dan kan zij de door haar verschuldigde belasting niet met de man
verrekenen.
10.2 Iedere partij draagt de kosten van zijn advocaat.
De volgende kosten worden bij helfte gedragen van de door partijen
gezamenlijk ingeschakelde:
. fiscaal adviseur;
. makelaar die de echtelijke woning heeft getaxeerd;
. taxateur, die de waarde van de inboedel heeft vastgesteld.

Artikel 11 (Huurrecht) Echtelijke woning
11.1 Het huurrecht van de echtelijke woning aan de………… te………….
wordt aan de man/vrouw toebedeeld. De man/vrouw neemt de verplichting
op zich de huur te betalen met ingang van…………. .

Of:

11.1 Zoals in art. 8 lid 2 vermeld, wordt de echtelijke woning aan de……….
aan de man/vrouw toebedeeld.

Dit geschiedt op voorwaarde dar de hypothecaire lening aan hem/haar
wordt toegescheiden en de bank de vrouw/man ontslaat uit haar/diens
hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder.

11.2 De kosten verbonden aan de levering en de tenaamstelling van de
onroerende zaak zijn voor rekening van ……………(of voor gezamenlijke
rekening van partijen).
De kosten verbonden aan het ontslag uit de hoofdelijke verplichting als
bedoeld in lid 1 zijn voor rekening van ……………
De lasten rustend op de aan de man/vrouw toebedeelde onroerende zaak
zullen met ingang van ………….voor rekening van de man/vrouw zijn.

11.3 Het notarieel transport van de echtelijke woning zal uiterlijk
binnen ……….(bijv. 1 maand na de inschrijving van de
echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand) of
op………………. ten overstaan van Mr. ……, notaris te………. of
diens plaatsvervanger geschieden. De hieraan verbonden kosten zijn voor
rekening van ……………

(Desgewenst: Door ondertekening van deze overeenkomst machtigt de
man/vrouw onherroepelijk de vrouw/man om namens hem/haar al hetgene
te doen dat in verband met de verdeling nuttig, nodig of wenselijk is,
waaronder met name begrepen het ondertekenen van akten en/of
stukken (noten 11, 12)

Artikel 12 Regeling pensioenverevening
A. Partijen doen over en weer afstand van eventueel door de ander
opgebouwde pensioenaanspraken.
Toepassing van de wet verevening pensioenrechten wordt nadrukkelijk
uitgesloten. OF
B. Het door de man opgebouwde pensioen tijdens huwelijk zal tussen
partijen worden verdeeld; partijen werken mee aan melding aan de
pensioenuitvoerder(s) en zullen het daartoe bestemde formulier
ondertekenen. OF
C. Het door de vrouw opgebouwde pensioen tijdens huwelijk zal tussen
partijen worden verdeeld; partijen werken mee aan melding aan de
pensioenuitvoerder(s) en zullen het daartoe bestemde formulier
ondertekenen.
Artikel 13 Vrijwaring en finale kwijting
13.1 Partijen vrijwaren elkaar over en weer, indien de ene partij wordt
aangesproken tot voldoening van een schuld, welke ingevolge deze
overeenkomst ten laste van de andere partij komt.
13.2 Partijen verklaren terzake van de verdeling na uitvoering van bovenstaande
niets meer van elkaar te vorderen te hebben en verlenen elkaar over en
weer te dier zake finale kwijting.
SLOTBEPALING

Artikel 14 Ontbinding (noot 13)

Partijen doen afstand van hun recht om ingevolge het bepaalde in art. 6:265 BW
ontbinding van deze overeenkomst te vorderen.

Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend te

…………(plaats),……..(datum)……………(plaats),…………(datum)
(de man) (de vrouw)

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX

NOTEN

1. Vanaf 1 januari 1998 is gezamenlijk gezag na echtscheiding uitgangspunt.
Indien eenhoofdig gezag door partijen wordt gewenst, dan dient dat uitdrukkelijk
te worden verzocht.

2. Bij het redigeren van een omgangsregeling behoeven de volgende punten
aandacht.
Hoe jonger de kinderen, des te meer behoefte er is aan een gedetailleerde
omgangsregeling. Voor deze situatie geldt het bepaalde in art. 4.
Probeer ingeval van oudere kinderen een regeling in onderling overleg te
treffen en leg vast dat deze aldus tot stand is gekomen.
De ervaring leert dat als de omgangsregeling mede opgenomen is in een
beschikking, partijen zich hieraan beter houden.

3. Artikel 1:160 BW bevat regels over het einde van de alimentatieplicht bij
het aangaan van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwoning van
de andere partner. Let op de uitspraak van de Hoge Raad van 7 februari
1997, NJ 1997, 169. Daarbij hadden partijen in hun convenant bewust afgezien
van een alimentatieregeling en gekozen voor een eigen andersoortige regeling,
bestaande uit een salarisbetaling door de man ná de beëindiging van het
dienstverband van de vrouw met de door de man beheerste vennootschap.
Art. 1:160 BW was naar het oordeel van de Hoge Raad niet van toepassing
op de regeling met ‘een eigen karakter’.

4. Bedenk dat voor het opnemen van een beding van niet wijziging zeer goede
redenen moeten zijn. Men realisere zich dat een dergelijk beding in principe
niet meer kan worden gewijzigd.
Let op de termijn genoemd in art. 1:159 lid 2 BW. Het beding vervalt indien
het echtscheidingsverzoek niet binnen drie maanden na ondertekening van
deze overeenkomst is ingediend.

5. Mochten er privé-vermogen zijn van een of beide echtgenoten dan
behoeven deze niet bij de verdeling betrokken te worden.
Om misverstanden te vermijden is het evenwel aan te bevelen in het
convenant op te nemen welke goederen om die reden niet verdeeld zijn.

6. In het algemeen worden de goederen bij de kinderen in gebruik zonder enige
verrekening toegescheiden aan de verzorgende ouder.

7. Bedenk dat toedeling van een bijv. door de man aangegane schuld aan de
vrouw slechts interne werking heeft. Externe werking wordt alleen bereikt
door schuldoverneming. Hiervoor is toestemming van de crediteur vereist
(art. 6:15.5 BW).

8. In het huidige recht heeft verdeling geen declaratieve werking meer.
Art. 3:186 BW bepaalt dat voor de overgang van het aan een deelgenoot
toebedeelde een levering is vereist op dezelfde wijze als voor overdracht is
voorgeschreven. De leveringswijzen voor de verschillende goederen zijn als
volgt:
a. van een onroerende zaak door een notariële akte gevolgd door
inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers (art. 3:89
BW);
b. van roerende zaken door bezitsverschaffing (artt. 3:90, 3:1.12-.1.1.5 BW).
c. van rechten aan order of toonder zie kortheidshalve art. 3:93 BW.
d. van rechten op naam, zoals banktegoeden en pensioenrechten (!), door
een akte en mededeling daarvan aan de debiteur (art. 3:94 BW).

Ad b) In echtscheidingssituaties is veelal een tweezijdige verklaring zonder
feitelijke handeling voldoende (art. 3:90 jo. 3:115 BW), zodat een nadere
regeling in het convenant niet nodig is.

Ad c) en d): Indien dergelijke rechten in de boedel aanwezig zijn, verdient
het aanbeveling in het convenant te regelen hoe, alsmede wanneer de
levering zal geschieden. Men kan aan het convenant desgewenst aktes van
cessie hechten.

9.Stel dat het saldo van de gemeenschap 36 bedraagt dan heeft ieder recht op
18. Als de man dan 21 ontvangt is hij met 3 overbedeeld en dient de vrouw
3 te ontvangen van de man.

10. Door dit beding in combinatie met het bepaalde in art. 13.1 wordt de
boedelscheiding tussen partijen in feite gerealiseerd vanaf het moment van
feitelijk uiteengaan. Externe werking hebben deze afspraken niet.

Met name ten aanzien van schulden is, in geval van hoofdelijke
aansprakelijkheid, ontslag uit hoofdelijkheid nodig dan wel, indien de
schuld aan de andere echtgenoot wordt toegescheiden die niet debiteur is,
schuldoverneming (art. 6:155 BW).

11. Toedeling van een onroerende zaak met een hypothecaire schuld dient niet
eerder plaats te vinden dan nadat een schriftelijke verklaring door de bank
terzake van ontslag uit hoofdelijkheid is afgegeven.
Het verdient aanbeveling de levering van de onroerende zaak aan de ene
echtgenoot tegelijk te laten plaatsvinden met cessie van vorderingen aan de
andere echtgenoot.
Hiervoor kan men in het convenant een onherroepelijke volmacht opnemen,
teneinde de levering onafhankelijk te maken van de persoonlijke
medewerking van de andere partij.

12. Denk eraan dat artikel 8a PSW altijd van toepassing is, tenzij partijen
anders overeenkomen. Bespreek dus met partijen wat hun bedoeling is met
het nabestaandenpensioen.

13. De gewoonte bestaat om behalve ontbinding iedere vorm van vernietiging
uit te sluiten. Het is echter de vraag of de rechter een beroep op een
dergelijk beding zal honoreren.